Na een avond bij Brouwerij De Prael in het kader van de Stibon bieropleiding, vraag je je af of mede-oprichter en directeur Fer Kok nu meer geniet van het brouwen of van het feit dat hij zoveel psychiatrische patiënten weer een zinvol leven geeft, omdat ze een ‘echte’ baan hebben bij een prachtige brouwerij. Als je naar huis gaat heb je veel geleerd en goede bieren geproefd, maar vooral een bevlogen brouwer en sociale ondernemer ontmoet.
Iedere week krijgt Fer Kok wel 2 of 3 verzoeken van mensen die bij De Prael willen komen werken. Het gaat om psychiatrisch patiënten die graag weer willen meedraaien en meetellen in de maatschappij. En de Prael biedt ze die kans. Kok, van huis uit psychiatrisch verpleegkundige, begon zijn brouwerijproject in 2000 in de Helicopterstraat in Amsterdam, samen met Arno Kooij. Hij had veel gezien in de zorg en was zijn leidinggevende functie zat. ‘Ik had meer te stellen met de ‘gezonde’ mensen dan met de patiënten’
Droom
Kok brouwde hobbymatig al jaren bier en had proefondervindelijk het brouwersambacht al aardig onder de knie. En hij had een droom. Hij zag in de zorg hoe mensen buiten de boot vielen. In de maatschappij, in hun familie- en vriendenkring. Mensen-mens als hij is, bedacht Kok een project dat de twee werelden die hem lief zijn verbindt. Het werd brouwerij de Parel. Die naam mocht niet, want de Budelse Bierbrouwerij brouwde al een bier dat Parel heet. Dus werd het ‘De Prael’.
De Prael werd een groot succes. In de begintijd vonden er 20 mensen werk, ieder op eigen niveau en tempo. Dat kan bij De Prael. Maar inmiddels werken er 120 mensen. De bezuinigingen in de zorg hebben een negatief effect voor de mensen op wie Kok zicht richt. Juist daarom is zijn brouwerij anno 2016 nog relevanter. Een brouwerij waar mensen op nummer 1 staan en niet het bier. Maar het bier is zó goed, dat de vraag maar blijft stijgen.
Droomlocatie
De Prael verhuisde destijds van de Helicoptersraat naar de Wallen. Een droomlocatie voor brouwerij, proeflokaal en winkel. Ook op een gewone dinsdagavond in november, als een groep Stiboncursisten een uitgebreide rondleiding krijgt, zit het proeflokaal vol. De vele Praelbieren stromen rijkelijk uit de taps. Fer Kok loopt als een gelukkig mens door de brouwerij. Als hij begint te vertellen over het brouwproces – we beginnen op zolder waar we mout mogen schroten – is hij niet meer te stuiten en blijkt zijn enorme brouwkennis. Maar steeds weer begint hij over ‘zijn’ medewerkers, die op hun eigen niveau en tempo meewerken.
Traditionele bierstijlen
Proeven is een feest. Drink in het proeflokaal een Kinky Koos (Two Chefs Brewing) of een Hemelswater Code: Blond, gebrouwen met regenwater. Kok benadrukt wel dat De Prael de meer traditionele bierstijlen brouwt. ‘De mensen die hier werken willen graag gewoon zijn en bij een gewoon bedrijf werken. Wij zijn dus niet van de wilde experimenten.’ Maar dan moet je als bierdrinker brouwen met regenwater of met chocolade van Tony Chcolonely (Milk Stout) niet gek vinden
Tijdens de rondleiding geeft Kok veel informatie. Bijvoorbeeld het probleem om genoeg hop voor IPA’s en DIPA’s te krijgen. ‘De vraag in Amsterdam is zó groot, dat we voor 2017 niet voldoende hop kunnen krijgen van bepaalde soorten. Dan moet je op zoek naar hopsoorten met ongeveer dezelfde eigenschappen, om dat op te vangen.’ Hij voegt er gekscherend aan toe: ‘Ik kan nog niet met een sigaar en een glas whisky op mijn kantoor zitten.’
Hij kent ieder detail van het brouwproces en steekt zijn afkeer van computergestuurd brouwen niet onder stoelen of banken. Met liefde praat hij over gistcellen: ‘je moet met ze praten’. En hij benadrukt uitvoerig dat bierbrouwen voor 80% schoonmaken is.
Externe brouwcapaciteit
Ook distributie en productieproblemen van kleine brouwers komen aan bod. ‘We verkopen op fles via Bier&cO en die hebben gezorgd dat we bij Albert Heijn staan. Dan krijg je plotseling een piek in de vraag naar bepaalde bieren, terwijl je een beperkte capaciteit hebt, omdat we meerdere bierstijlen brouwen. Wij hebben dat opgelost door soms bij Lindeboom brouwcapaciteit te huren.’
Kok is ook open over de financiële kant. Je brouwt eerst en krijgt pas veel later je geld. Dat is een probleem. Ook bij fustbier was 75 euro per vat een te hoge investering. Het duurt lang voordat die vaten weer terugkomen en je kapitaal zit er in. Daarom werken we nu met eenmalige vaten, die een tientje kosten. En de verkoop in het eigen proeflokaal is natuurlijk erg interessant omdat je geen verpakkingskosten hebt en je winst niet hoeft te delen met de tussenhandel.’
De Prael brouwt 200.000 liter bier per jaar op de Amsterdamse wallen. Met de tweede brouwerij op komst kan de brouwerij de vraag voorlopig weer aan.
Gelukkige brouwer
Het succes van De Prael heeft dus geleid tot een tweede brouwlocatie bij de Houthavens, die nu in voorbereiding is. Daar zal straks ook het afvullen voor beide locatie waarschijnlijk gaan plaatsvinden. ‘De logistiek hier in hartje Amsterdam is wat ingewikkeld, met aan- en afvoer over water. Maar we zullen hier altijd blijven brouwen.’
Een mooiere locatie is ook niet te bedenken. Toeristen stromen langs de winkel en het proeflokaal in het mooiste stukje Amsterdam. Wat wil je nog meer? Het is duidelijk: Fer Kok is de gelukkigste brouwer van Nederland. Of op z’n minst van Amsterdam.