Steve Hindy van de Brooklyn Brewery en vijf Nederlandse brouwers gingen onder de bezielende leiding van Rick Kempen (Bier&cO) in gesprek over de craft-bierrevolutie in Nederland. Een gedeelde visie over de toekomst is er niet helemaal, maar dat die revolutie veel moois teweeg heeft gebracht, daarover zijn ze het eens.
Een van de mannen die aan de wieg stond van de craft beer revolutie in de VS, Steve Hindy, zat aan tafel met de master brewer, van het merk Heineken wereldwijd, Willem van Waesberghe. Zet er de brouwers (of anderszins) van Jopen (Michel Ordeman), Oedipus (Rick Nelson), De Molen (Menno Olivier) en Oersoep (Kick van Hout) bij, laat Rick Kempen modereren en je hebt alle ingrediënten voor een prachtdiscussie. Neem er de locatie bij, Jopen Waarderpolder en je enige vijand is de tijd. Die gaat te snel, maar als troost wacht uitstekend bier.
Definitie zinloos
Organisator Bier&cO zorgde voor een volle zaal met brouwers en pers. Maar alles draaide uiteraard om de discussie die onder genot van een goed glas bier werd gadegeslagen door zo’n 50 tot 60 aanwezigen. De discussie begon uiteraard met die over de definitie van wat een ‘craft’ brouwerij zou moeten zijn. Maar zoals altijd zijn er meerdere meningen over de juiste definitie. Is het de onafhankelijkheid of de omvang? En het bier dan? Terloops merkte Willem van Waesberghe op dat hij bij een onafhankelijk familiebedrijf werkt. Zinloos, die discussie over definitie en zonde van de tijd.
Craftmanship
De in het Engels gevoerde discussie ging al snel naar het begrip ‘craftmanship’ en de master brewer van Heineken legde uit dat daar heel veel van nodig hebt om in al die verschillende brouwerijen wereldwijd hetzelfde Heineken pilsener te kunnen brouwen. In iedere brouwerij moet het basisrecept worden aangepast om het goede resultaat te krijgen. Zo voegde de brouwer die voor de echte liefhebbers van craft-bier misschien niet eens in het panel thuis zou moeten horen, iets essentieel toe aan de discussie. Het was duidelijk dat het een eye-opener was voor de andere brouwers. Steve Hindy vertelde uiteraard over de beginjaren van zijn brouwerij en hoe in de VS de craft-biersector er voor staat. Met een marktaandeel van 16% doen de Amerikaanse brouwers van craft-bier het erg goed. In Nederland is het marktaandeel veel bescheidener, terwijl er per hoofd van de bevolking inmiddels meer brouwerijen zijn dan in de VS.
Toekomst
De discussie ging verder over allerlei onderwerpen zoals bijvoorbeeld de ruimte die er nog is voor nieuwe brouwerijen. Waar de brouwers van Jopen en Oedipus en ook Steve Hindy nog genoeg mogelijkheden zien, is Menno Olivier van brouwerij De Molen minder optimistisch. Hij zei zelf het opzetten van een brouwerij nogal een gedoe te vinden en vertelde later in een interview dat als hij nu zou beginnen het absoluut een brewpub zou worden.
Pilsener 2.0
Met iemand van Heineken aan tafel gaat het natuurlijk ook over ondergistende bieren en niet geheel toevallig heeft ook Steve Hindy daarover een mening. Met zijn Vienna Lager is hij zeer succesvol. De Wild Lager van Heineken, een pilsener van Oersoep en de lager-experimenten van de Amerikaanse brouwers tonen aan dat er voor pils een spannender alternatief in aantocht is, waarmee de pilsdrinker misschien kan worden verleid. Hindy laat dat zien met de Vienna Lager.
Het belangrijkst is de conclusie dat het niet gaat om het geld oen f bier een mannen- of vrouwendrank is, maar dat alles draait om smaak. En dat is de grootste winst van deze revolutie.
Lees hier het verslag dat ik schreef voor horecavakblad Entree, evenals een interview met Menno Olivier. In de maart-uitgave van het magazine Entree een interview met Willem van Waesberghe.
