Wat een jaar! Grote klappen voor grote en kleine brouwers en voor de horeca. Toch steeg het aantal brouwerijen tot 799 (stand 22-12-2020). En dat terwijl al jaren een teruggang wordt verwacht. Maar zelfs in tijden van corona steeg het aantal brouwerijen. Het was een jaar van afhalen en bezorgen van bier.
De klap die (nog) niet kwam
Het was begin 2019 en op het CRAFT-congres was te horen dat het zo niet kon doorgaan met de groei van het aantal brouwerijen. Meer dan 600-700 brouwerijen? Veel te veel voor de Nederlandse markt. Bovendien zou kwaliteit steeds zwaarder gaan wegen. Het kaf zou van het koren worden gescheiden.
Dat was overigens niet de eerste keer dat er werd gewaarschuwd voor een einde aan de onstuimige groei van het aantal brouwerijen. In 2017 sprak Rick Kempen op een congres van internationale ‘beer writers & influencers’ al eens de verwachting uit dat vooral brouwers met een eigen brewpub een goede toekomst tegemoet zouden kunnen gaan. Al het bier dat je ter plaatse aan je gasten schenkt hoeft immers niet gedistribueerd te worden via de tussenhandel en de retail. Ik hoef niet uit te leggen dat dat een enorme positieve impact heeft op de marge.
Dat was 2017 en in 2019 werd er dus weer gewaarschuwd: er komt een einde aan de groei en er gaan brouwerijen sluiten. In 2020 hoorde je op het CRAFT-congres weer die geluiden: er komt nu echt een sanering aan. Op dat moment was nog niet duidelijk welk drama de horeca – en dus ook de brouwers – stond te wachten.
Slagveld
En toen kwam dus de horecasluiting, half maart. Met de waarschuwende geluiden in het achterhoofd zou de horecasluiting dé mokerslag worden voor veel brouwerijen, zoveel was wel duidelijk. Er gaat een slagveld komen, een kaalslag, dacht ik, en met mij vele anderen. Wie gaan het redden en wie niet? Dat was de grote vraag. Hoeveel brouwerijen zijn er niet gestart met crowdfunding? Allemaal schulden die afbetaald moeten worden. Hoe moet dat, als de omzet terugloopt of nagenoeg helemaal wegvalt?
We zijn 9 maanden verder …
Het is december 2020. Ik kijk naar de statistiek op nederlandsebiercultuur.nl, de website van de Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur. Meteen een gelegenheid om de makers van deze website te complimenteren voor hun mooie werk en alle inzichten die ze geven met hun statistieken. Op de website staat het duidelijk: er zijn in 2020 64 brouwerijen bijgekomen en 47 gesloten (stand 22-12-2020). In totaal telt Nederland 799 brouwerijen en brouwerijhuurders. Veel meer dan België (621). Maar vergis je niet: Nederland telt 4,7 brouwerijen per 100.000 inwoners, België 5.6! Ter vergelijking: veel meer dan het Verenigd Koninkrijk (3,4), de VS (2,6) en Duitsland (1,9).
In vier jaar tijd zijn er 152 brouwerijen gestopt, maar er zijn er dus meer bijgekomen! Dat verloop is geen goed teken en voorspelt ook dat veel van de nieuw geopende brouwerijen zomaar weer kunnen sluiten.
Nederland telt 4,7 brouwerijen per 100.000 inwoners, België 5.6! Ter vergelijking: veel meer dan het Verenigd Koninkrijk (3,4), de VS (2,6) en Duitsland (1,9).
Bijna 800! Hoe kan dat?
Geen kaalslag, geen bloedbad. Het bier blijft stromen. Ja, hoe kan dat? Bijna 800 brouwerijen en brouwerijhuurders. Grote brouwers hebben zware klappen gehad, maar naast die paar grote en een handvol middelgrote brouwerijen, telt Nederland nog steeds bijna 800 kleine. Er zijn er zelfs meer bijgekomen dan verdwenen in 2020. Hoe kan dat? Er zijn meerdere oorzaken.
Oorzaak 1: Veel brouwerijhuurders
Nederland telt heel veel brouwerijhuurders. Ze hebben geen eigen brouwinstallatie, dus hoeven ook niet veel te investeren. Een website, een webshop, materiaal om te verpakken en te verzenden en kapitaal om de brouwer die hun bieren brouwt te betalen. Toen de horeca dicht ging, konden ze gewoon hun orders bij brouwers-met-ketels annuleren, voor zover dat nodig was. Juist de brouwers die wél investeren kregen daardoor extra klappen. De verkoop via retail liep gewoon door voor veel brouwerijhuurders en doordat ze razendsnel een website ontwikkelden, verkochten sommigen zelfs meer bier dan voor de horecasluiting. Dat laatste geldt overigens ook voor een aantal ‘warme’ brouwers.
Oorzaak 2: Parttime brouwers
Veel kleine brouwerijen hebben weinig mensen op de loonlijst staan. Soms ‘doen’ de brouwers de brouwerij naast een parttime baan in loondienst. Soms hebben ze een werkende partner die bijdraagt een het gezinsinkomen. Het maakt ze wat minder kwetsbaar en daardoor hebben ze aan langere adem om de brouwerij overeind te houden.
Oorzaak 3: Webshops, proeverijen en andere activiteiten
De brouwerijen bleken creatief te zijn. Veel brouwerijen maakten snel werk van een webshop en zetten de sociale media goed in. Doosjes bier bezorgen en afhalen werd ‘hot’, je zag het overal in het land gebeuren. Dan waren er ook brouwerijen met een tijdelijk McDonalds concept: een drive through op sommige weekenddagen. Sommige brouwerijen verkochten op die manier tot hun verbazing meer bier dan vóór de horecasluiting. Het succes van webshops is blijvend. Veel brouwerijen zetten de webshop nu succesvol in. Consumenten wennen er aan om rechtstreeks bij de brouwer te bestellen.
Oorzaak 4: Puur lokaal
Er zijn ook kleine brouwerijen die lokaal en regionaal een goede naam hebben. Ze hebben een bescheiden productie die ze lokaal en regionaal goed kunnen verkopen via lokale winkels en door samenwerking met lokale ondernemers. De schaalgrootte maakt de overlevingskansen groter. Wie lokaal goed geworteld is en goede kwaliteit biedt, heeft grotere overlevingskansen.
Heeft dan geen brouwerij het moeilijk?
Zeker wel. De meeste verhalen hoor je niet. Er zijn kleine brouwerijen die flink hebben geïnvesteerd en die voor de verkoop grotendeels afhankelijk zijn van de horeca. Ze kregen grote klappen en de verkoop van doosjes via de webshop was slechts een doekje voor het bloeden. Dan zijn er nog brouwerijen die als zoveel ondernemers profijt hebben gehad van uitgestelde belastingbetalingen. Maar ooit moet die belasting worden betaald.
En dan we hebben het nog niet eens gehad over de grotere brouwerijen, die in sterke mate afhankelijk zijn van de horeca. Nederlandse Brouwers (www.nederlandsebrouwers.nl) heeft grote omzetverliezen gemeld. Ze hebben vanouds meer veerkracht dan de nieuwe lichting brouwers, maar de schade is aanzienlijk.
De vraag is hoelang al deze (kleine) brouwerijen het gaan volhouden. Zeker als het brouwerijen zijn met mooie bieren, zou sluiting een groot verlies zijn voor de Nederlandse bierliefhebbers. Los nog van het persoonlijke drama voor de brouwers en hun werknemers.
Minder brouwerijen, is dat erg?
Koppel deze vraag even los van het drama dat iedere sluiting voor de brouwer/ondernemer is, want dan zou het antwoord volmondig ‘ja’ zijn. Maar kijkend als consument en bierliefhebber heb ik een ander antwoord. Nee, dat is niet erg. Zelfs al zou Nederland 350 goede brouwerijen hebben, is het nog altijd feest voor de bierliefhebber. Zeker de generatie die de monocultuur nog heeft meegemaakt, zal dat beamen. Zolang het maar kwalitatief goede en smaakvolle bieren zijn, die goed verkrijgbaar zijn. Als er maar variatie is in biertypen en als smaak maar het hoofddoel van de brouwers is. Constante kwaliteit en voldoende keuze, daar gaat het om.
Anderzijds is het natuurlijk wel leuk dat momenteel bijna iedere gemeente wel een of meer brouwerijen binnen de grenzen heeft. Zo word je tijdens binnenlandse vakanties regelmatig verrast met een lokaal bier. Maar ook dan kom ik weer terug op kwaliteit. Liever geen lokaal bier dan een slecht lokaal bier.
Meer smaak in 2021?
Wat gaat er in 2021 gebeuren? Dat de groei van het aantal brouwerijen niet eeuwig zal doorgaan, zal iedereen begrijpen. Genoeg is genoeg. Wat veel belangrijkers is: een groei in kwaliteit. Ik weet niet hoe het jou vergaat, maar ik heb nog te vaak bieren gedronken die niet aan mijn kwaliteitseisen voldoen. Nog steeds spoel ik weleens een bier weg in de spoelbak. Gushing is een probleem dat ik regelmatig tegenkom. En dan heb ik het nog niet over bieren die balans missen: te zoet, te bitter.
Liever geen lokaal bier dan een slecht lokaal bier.
Kwaliteit gaat altijd voor kwantiteit. Dat 2021 maar een jaar mag worden met bovenal gezondheid voor iedereen, maar daarnaast een jaar met (nog) meer geslaagde, smakelijke en kwalitatief hoogwaardige bieren.